Résumé : |
"Ga niet naar Ieper ! Blijf daar weg ! Het is er veel te gevaarlijk ! De Duitsers schieten met obussen op de stad !"
Julien had wel gehoord wat zijn moeder zei, maar hij verveelde zich. In huis viel weinig te beleven en naar school kon hij niet, want de soldaten bezetten alle gebouwen in het dorp. Hij wilde wegglippen... Zijn moeder zou hem niet missen. Samen met zijn zussen deed ze de was van de Engelse soldaten. Die kleren, die vergeven waren van de luizen, werden in een grote ketel boven een vuur gakookt. Tientallen hemden hingen te drogen aan de touwen die Mon, Juliens vader, gespannen had. Ze wapperden in de felle wind, die vrij spel had tussen de geknakte bomen in de verwoeste vlakte. |